Ik heb daarnet weer een uitgebreide post gemaakt in reactie op iemand die beweerde dat gemeenschappelijke afstamming slechts een 'aanname' of een 'geloof' is. Deze post volgt hieronder:
Zeg, zou je nu eens willen ophouden met die baarlijke nonsens? Dat alle soorten organismen ontstaan zijn uit één of enkele gezamelijke voorouder(s) is
geen aanname en
zeker geen ‘geloof’.
Integendeel, dit is een inferentie die uit een overweldigende hoeveelheid bewijsmateriaal gemaakt wordt. Om dit allemaal op te sommen is een enkele post op een forum niet geschikt natuurlijk, maar ik zal hier enkele voorbeelden noemen, specifiek toegespitst op de afstamming van de mens.
Een
eerste bewijs voor gemeenschappelijke afstamming is dat er een fossielenbestand van hominiden bestaat die
hoe ouder hoe ‘primitiever’ (meer ‘aapachtig’) zijn.
Hier tegen in brengen dat dit allemaal apart geschapen soorten zijn is een zwakke uitvlucht die geen recht doet aan de werkelijkheid. Ten eerste wordt hier het probleem genegeerd waar de scheidslijn tussen mens-soort en aap-soort dan moet liggen. Ten tweede is het een achteraf-verklaring om te stellen dat de schepper-god niet gewoon een ‘aap-soort’ en een ‘mens-soort’ schiep, maar ook nog een hele reeks
chronologisch en progressief ge-ordende tussenvormen.
Een
tweede bewijs voor gemeenschappelijke afstamming vinden we in onze chromosomen.
Mens- en chimpansee chromosomen naast elkaar
Mens-, chimpansee-, gorilla- en orang oetang chromosoom 2 naast elkaar
Zoals je kunt zien zijn de chromosomen van mensen en chimpansee’s vrijwel hetzelfde. Een groot, opmerkelijk verschil is dat de mens een chromosoom minder heeft dan de andere mensapen. Dit is natuurlijk te verklaren door te stellen dat de schepper-god mensen met een ander aantal chromosomen dan apen geschapen heeft.
Helaas is deze verklaring inmiddels ingehaald door de steeds verder voortschreidende wetenschappelijke kennis. Een chromosoom heeft namelijk een specifieke structuur, het begint en eindigt altijd met een zogenoemd
telomeer en in het midden van een chromosoom bevindt zich een
centromeer.
Nu blijkt dat in het menselijk chromosoom 2
midden in het chromosoom twee telomeer-sequenties te vinden zijn. Zie hiervoor het volgende artikel:
“Origin of human chromosome 2: an ancestral telomere-telomere fusion.”
IJdo JW, Baldini A, Ward DC, Reeders ST, Wells RA, Proceedings of the National Academy of Science USA, 15 oktober 1991.
Verder is het menselijk chromosoom veel langer dan de 2p- en 2q chromosomen bij mensapen. Legt men deze chromosomen nu naast elkaar zoals op bovenstaand plaatje dan blijkt dat op de plaats waar bij mensapen een centromeer in het chromosoom zit bij het menselijk chromosoom ook
de restanten van een centromeer zijn terug te vinden. Zie hiervoor het volgende artikel:
”Evidence for an ancestral alphoid domain on the long arm of human chromosome 2.”
Avarello R, Pedicini A, Caiulo A, Zuffardi O, Fraccaro M, Human Genetics, mei 1992.
Wat moeten wij hier van denken? Is het menselijk chromosoom een samensmelting van twee chromosomen die in andere mensapen nog los bestaan? Het lijkt er wel op. Of schiep god de mens met een chromosoom dat alleen maar
lijkt alsof het een samensmelting van twee chromosomen in mensapen is? Wat een grappenmaker is hij dan.
Een
derde bewijs voor gemeenschappelijke afstamming is de aanwezigheid van
endogene retrovirussen in ons DNA. Een retrovirus is een virus dat een cel binnendringt en zijn DNA code invoegd in het DNA van de gastheercel. Hierdoor kan een virus de ‘machinerie’ van een gastheercel gebruiken om zijn eigen DNA te vermenigvuldigen en om de eiwitmantel om het in te verpakken te produceren.
Echter, soms treedt er bij het invoegen van dit virus-DNA een fout op waardoor het inactief raakt. Het DNA blijft dan wel aanwezig tussen de DNA code van de gastheer, maar het heeft geen betekenis meer en kan niet meer door het RNA worden afgelezen. Dit wordt een
endogeen retrovirus genoemd.
Als men nu kijkt naar het voorkomen van deze endogene retrovirussen dan blijkt dat mensen en mensapen
dezelfde invoegingen bezitten op
dezelfde plaatsen in hun chromosoom.
Zie hiervoor ook de volgende artikelen:
”Constructing primate phylogenies from ancient retrovirus sequences.”
Johnson, W.E. & Coffin, J.M., Proceedings of the National Academy of Sciences,96e editie, 1999
”Endogenous retroviruses in the human genome sequence.”
Griffiths, D.J., Genome Biology 2e editie, 2001
Dat
dezelfde endogene retrovirussen op
dezelfde plaats in het chromosoom gevonden worden is een logisch gevolg van gezamelijke afstamming. Dat een schepper-god mensen en apen met dezelfde genetische afwijkingen geschapen heeft is een ad-hoc verklaring voor een voor de gelovigen ongewenst wetenschappelijk feit.
Een
vierde bewijs voor de gezamelijke afstamming is ons kapotte gen voor de aanmaak van vitamine C. Mensen, mensapen en cavia’s zijn als enige zoogdieren niet in staat om zelf vitamine C te produceren, maar moeten dit uit hun voeding halen. Blijkbaar vond de schepper-god het niet nodig om mens(-apen) met deze functie uit te rusten. Het eigenaardige is alleen dat we wél over een gen voor deze functie beschikken, maar dat dit stuk is. Nog frappanter is dat het bij mensen en mens-apen op
dezelfde manier ‘gebroken’ is en op een
andere manier in cavia’s.
Zie hiervoor ook de volgende artikelen:
”Cloning and chromosomal mapping of the human nonfunctional gene for L-gulono-gamma-lactone oxidase, the enzyme for L-ascorbic acid biosynthesis missing in man.”
Nishikimi, M., R. Fukuyama, et al., Journal of Biological Chemistry, 1994
”Random nucleotide substitutions in primate nonfunctional gene for L-gulano-gamma-lactone oxidiase, the missing enzyme in L-ascorbind acid biosynthesis.”
Ohta, Y. and Nishikimi, M., Biochimica et Biophysica Acta, 1999
Een
vijfde bewijs voor gemeenschappelijke afstamming zijn de kleine variaties in een belangrijk energie-transporterend molecuul in onze cellen,
cytochroom c. Dit molecuul komt in alle levende wezens voor, maar het bezit kleine verschillen tussen verschillende soorten. Deze verschillen kunnen gebruikt worden om een stamboom van de soorten op te stellen, die er dan uitziet zoals op dit plaatje:
Het frappante is dat de stamboom die op deze manier is opgesteld
exact overeen komt met een stamboom die is opgesteld met behulp van de verschillen in DNA en met de stamboom die is opgesteld op basis van uiterlijke (morfologische) kenmerken waarvoor Linnaeus zo beroemd geworden is.
Een
zesde bewijs voor gemeenschappelijke afstamming is de
coccyx, ons ‘stuitje’. Dit bot(je) bestaat uit 4 aan elkaar gegroeide wervels en is een rudimentair orgaan. Het heeft zijn oorspronkelijke functie (namelijk een staart) verloren, alhoewel het soms, door een toevallige mutatie, toch weer actief wordt. Hier is een rontgenfoto van een 6-jarig meisje met een staart:
Een
zevende bewijs voor gemeenschappelijke afstamming is de spier in onze kuit M. plantaris. Deze spier loopt vanuit het dijbeen naar de achterkant van de voet. Bij 10% van de mensen
ontbreekt deze spier, zonder dat zij daarvan nadelige gevolgen ondervinden. Bij andere mensen is de spier slechts een dunne pees, of is hij vergroeid met een andere spier in onze kuit, M. gastrocnemius. Waarom bezit een mens, ‘zeer goed’ geschapen, zo’n nutteloos onderdeel? Het antwoord hierop is te vinden wanneer we kijken naar in bomen levende apen die hun voeten als grijpmiddel gebruiken. Zij bezitten dezelfde spier, maar bij hen is deze
wél goed ontwikkeld. Alweer een voorbeeld van een rudimentair orgaan.
Ik laat het voorlopig maar bij deze bewijzen. En ik hoop dat we in de toekomst niet nogmaals naar de onzin hoeven te luisteren dat ‘gemeenschappelijk afstamming een aanname of een geloof is’. Zoals je kunt zien is dit niet het geval, maar is het idee gebaseerd op een overvloed van bewijsmateriaal dat allemaal wijst in dezelfde richting. Bedenk overigens dat ik deze bewijzen hierboven bij lange na niet uitputtend heb behandeld, en bedenk ook dat dit alleen nog maar enkele bewijzen zijn voor de gemeenschappelijke afstamming van mensen en apen. Voor de gemeenschappelijke afstamming van alle andere soorten van leven zijn nog veel meer (verschillende) bewijzen te geven.