"De Madhyamaka gelooft niet" valt voor mij binnen de categorie "verhelderende onzin". Het is niet letterlijk waar maar het kan ingezet worden om een punt te maken. Immers, iemand die niets gelooft bestaat niet. Binnen het boeddhisme krijgt zo'n niemand de lege naam "boeddha".Amerauder schreef: ↑09 dec 2024 13:03VseslavBotkin schreef: ↑07 dec 2024 16:12Amerauder schreef: ↑06 dec 2024 15:38
Maar zeg je dan niet dat er niets buiten de taal is?
Dat lijkt me dus onjuist. Bewijzen zal ik dat nooit kunnen, ik kan het niet eens uitspreken, want zoals in het Nietzsche citaat, ieder woord spreekt ertegen.
Maar toch geloof ik dat er nog wel iets is buiten de taal, dat de taal niet het enige, niet het Absolute is.
Behalve de taal, oorspronkelijker dan de taal, is er ook nog de ongedifferentieerde chaos die er aan ten grondslag ligt.
Daarmee is toch alles gezegd? Jij gelooft. Prima. De Madhyamaka gelooft niet en dat is dus het verschil.
Hoe bedoel je de Madhyamaka gelooft niet? Hoe zou een leer kunnen geloven?
Daarnaast, hoe zou je überhaupt kunnen zeggen dat iemand – of iets, wat je maar wilt – niet zou geloven?
Dat laat zich volgens mij helemaal niet beweren. Er is niemand die niet gelooft. Iedereen gelooft altijd ergens in.
Afgezien daarvan is zo’n uitspraak ook helemaal niet te rijmen in technische zin met de Basisverzen van Nagarjoena.
Nee, het boeddhisme weet niet "enkel ontkennende beweringen voort te brengen" (wat een groteske overdrijving trouwens), het ontmantelt dat hele welles-nietes spelletje. "Het zijn de gevaarlijke ongelovigen die de dialectiek omzeilen, het is de scepticus die de leugen vermoordt". De postmoderniteit doet hetzelfde, zie bijvoorbeeld de non-dialectische notie van "verschil" in Deleuze en Derrida. Deleuze is trouwens het voorbeeld bij uitstek van een positief postmodern project.Wat iemand of iets wel of niet zou geloven staat simpelweg buiten de discussie, daar valt niets over vast te stellen. Niet alleen in de positieve zin, wat iemand wél gelooft, maar evenzeer in de negatieve, waar iemand niet in zou geloven. En waarom zou het negatieve ook voorrang krijgen over het positieve?
Dus dan komen we terug, en misschien is dit de essentie, bij het ja- of nee-zeggen.
Het boeddhisme – en het postmodernisme, welja, waarom ook niet – blijven hangen in het nee-zeggen. Ze weten enkel ontkennende beweringen voort te brengen.
Nietzsche vernietigt niets, dat is een veelgemaakte fout. Nietzsche is de "filosoof met de hamer", maar het is geen sloophamer waarmee hij alles kort en klein slaat, dat legt hij zelf uit in Afgodenschemering. Het is een doktershamertje waarmee hij op de dingen tikt om te luisteren of ze hol zijn of niet. En wat blijkt? Alles is hol. Ook Nietzsche zelf, en zijn mooie, grote woorden.Dat is onvoldoende. Nietzsche erkent dat probleem waar hij zelf ontkennend te werk gaat, en gaat er de confrontatie mee aan. Leegte creëer je niet zomaar, je creëert het opdat je het weer op kunt vullen met iets anders, hopelijk beters. Shiva kan niet alleen te werk gaan, dat zou nergens op slaan. En de interpretatie van Nietzsche als een vernietiger is evenzeer een onvolledige.
Nadat je je dat beseft kun je ja-zeggen - inderdaad is dat beter dan nee-zeggen, daar heb je gelijk in - zonder in beslag genomen te worden door de waan dat er uiteindelijk iets of iemand op het spel staat. Binnen de boeddhistische traditie noemt men dat "nirvana".
Ik snap hier geen hol meer van. Jij geeft aan dat je in God (het Absolute) gelooft, vooraf en onafhankelijk aan de taal, en ik herhaal het Madhyamaka-standpunt (dat ook het mijne is) en zie het idee van buitentalig/extra-conventioneel als een illusie die ontstaat binnen de taal. Daarmee onderstreep ik ook wederom dat "the end of knowing" waar het hier om gaat radicaal anders is, dat is waar we het in eerste instantie over hadden.Maar nu draai je het om? We waren op het punt gekomen dat de taal niet het enige is, niet het Absolute. Dat is wat ik verwerp, dat de taal die rol zou spelen, de rol van Alleenheerser.
En nu gebruik je het woord Absolute in een heel andere betekenis? Waardoor we de draad verliezen.
Dat de concepten die taal tot stand brengt aan ons verschijnen, dat staat niet ter discussie. Dat is in ieder geval één ding waar jij volgens mij ook niet onderuit kunt.
De vraag is vervolgens, en dit is waar we nu zijn aanbeland, is of deze verschijningen het gehele bestaan omvatten, of ze letterlijk en figuurlijk de Alga en Omega zijn, of dat er meer is dan dat, ook al valt daar dan niets over te zeggen. Ik denk dus dat er meer is, al geef ik toe dat het woordje “is” op dit punt een beetje twijfelachtig wordt.
Met andere woorden, de vraag is of het mogelijk is om middels de taal naar iets niet-taligs te verwijzen.
Wat valt er verder nog te zeggen nu we hier "aanbeland" zijn? Je haalde al Kierkegaard aan om aan te geven dat zulke dingen niet bespreekbaar zijn. Met gelovigen kun je niet discussiëren, en een ware gelovige discussieert ook niet - die gelooft gewoon.
Je kunt stoppen met oreren hoor, je vecht tegen windmolens. De beelden zijn er, dat ontken ik nergens. De haast onweerstaanbare illusie die beelden echter neigen op te roepen is dat ze beelden zijn van iets. Dat laatste verwerp ik, net zoals Nietzsche en Nagarjuna dat voor mij gedaan hebben.De gedeelde werkelijkheid die tussen ons in staat echter, die staat helemaal niet ter discussie, net zomin als het in vraag gesteld kan worden dat de taal beelden opwerpt.
Je kunt helemaal niet zeggen dat je die verwerpt, want ik geloof je niet.
Ik zou je niet eens kunnen geloven. Het laat zich niet eens als mogelijkheid bevatten, dat jij zou kunnen twijfelen aan datgene waar ik met het woordje werkelijkheid naar verwijs. Wel gebruiken sommigen het op een andere manier, dat is zo, maar daar heb ik het niet over.