Bericht
door Oldboy » 11 jun 2016 23:06
Een verhaaltje,
Haar,
Ze ziet me graag want ze laat me leven. Haar lijden is kan niet worden beschreven, het was de toegang tot de poort. Ze kon zichzelf niet breken. Ze werd gedragen in de weerpiegeling van een universum. Zij is de wachter tot de poort. Je krijgt enkel toegang als zij dat wil, niemand zal het doen zonder haar toestemming. Ze heeft me goed getraind, al de knopen uit mijn hersens gehaald, het was de hel, mijn hel. Ik heb haar gekend en ik verdronk in een rivier van bloed en tranen, tot ik opnieuw tot leven kwam en mezelf opnieuw uitvond. Met de houvast van enkel een sprankeltje hoop. Ze heeft veel vormen, sommigen noemen haar een flits, anderen een oceaan. Haar liefde is voor mij de weg. Ik hoef niets te doen, enkel luisteren. Alles heeft een plaatsje voor haar, niets is toevallig. Slechts de slag van de vleugel van een vlinder toont me de weg. Ik doe het op de enigste manier dat ik ken, mijn manier, met haar hulp. Op haar laatste hartslag was haar lichaam slechts een omhulsel geworden van iets oneindig groot, haar bewustzijn, dat alomtegenwoordig contact. Duizenden of misschien miljarden jaren geleden werd ze alles en niets. De ruwe diamant stapte door de poort in de vallei en realiseerde zichzelf. Ze had totale controle. Ze nam de hel over en het werd iets zo verschrikkelijk dat het de verbeelding tart, in balans met alles wat puur is. Wat ze van plan is weet niemand, ze is gewoon, woorden zijn stenen in een zwart gat om haar te beschrijven.